Negentig procent armoedebestrijders Nederland verwacht toestroom hulpvraag
Uit onderzoek van Stichting Armoedefonds blijkt dat 90,1% van de armoedebestrijders de komende maanden rekent op een toename van de vraag naar hulp. Lang niet alle armoedebestrijders zijn er klaar voor om deze stijging financieel op te vangen. Dat komt naar voren in een landelijk onderzoek van Stichting Armoedefonds naar de impact van de coronacrisis op armoedebestrijding.
Voor het onderzoek zijn de afgelopen weken enquêtes verstuurd naar 995 lokale hulporganisaties die de armoede in Nederland bestrijden. Daarvan hebben 326 organisaties gereageerd. Deze organisaties, opgenomen in het landelijke register van www.hulpbijarmoede.nl, zijn verschillend in grootte, bieden allerlei soorten hulp aan en zijn geografisch verspreid over Nederland.
Bijna de helft van de hulporganisaties, 46,3 %, heeft sinds het begin van de crisis begin maart al te maken gehad met een stijging van hulpvragen. Bij hen was de stijging gemiddeld 22,8%. Vooral gezinnen en alleenstaanden met kinderen melden zich vaker, zo blijkt. Daarnaast vormen ZZP’ers een doelgroep die steeds vaker hulp nodig heeft.
Om aan de verwachte hulpvraag te kunnen voldoen hebben de organisaties extra financiële middelen nodig. Wanneer de coronacrisis in de huidige vorm tot eind augustus voortduurt, komt dit landelijk gemiddeld neer op 25.000 euro per organisatie. Wanneer de coronacrisis tot het einde van dit jaar duurt, komt dit landelijk gemiddeld neer op 44.600 euro. “Lokale armoedeorganisaties in Nederland verwachten dat zij straks tussen de 25 en 50 miljoen nodig hebben om de noodzakelijke hulp te kunnen blijven verlenen”, aldus Irene Verspeek, woordvoerder van Stichting Armoedefonds.
Stichting Help Elkaar uit Geldermalsen is een van de organisaties die nu al een stijging ziet, en een nog grotere verwacht. “Voor sommigen is het de tweede maand op rij dat er weinig of niets binnenkomt; mensen die nog nooit schulden of gebrek hebben gekend. Wij vermoeden dat over enkele weken pas de echte problemen gaan komen. Velen hebben een buffer voor twee, drie maanden, maar dan!?”, aldus Francine Leenhouts van Help Elkaar.
Overigens heeft een deel van de gecontacteerde organisaties, namelijk 19,3 %, de hulpvraag de afgelopen tijd zien afnemen. Voor een deel kwam dat omdat de organisaties vanwege de beperkende maatregelen niet meer voluit konden functioneren en voor een ander deel omdat de hulpvragers uit vrees voor besmetting niet meer langs durfden te gaan.
“Overheden, gemeenten en lokale hulporganisaties dienen zich niet alleen te focussen op de situatie nu, maar dienen vooral ook vooruit te kijken en zich voor te bereiden op de verwachte stroom van hulpvragen die in de nabije toekomst komen gaat. We roepen alle Nederlanders op om tijdig hulp te zoeken en financiële zorgen met een deskundige te delen. De eerste stap is om contact te zoeken met een lokale hulporganisatie. Armoede treft een groot deel van de bevolking. Mensen die het al moeilijk hadden, krijgen het nog moeilijker en nieuwe groepen die geen gebrek kenden, worden nu met te weinig inkomsten geconfronteerd. Dit is het moment om armoede bespreekbaar te maken en in Nederland het taboe erop te doorbreken”, zegt woordvoerder Verspeek.