Ik-Denk-Aan-Jou steunpakketjes voor ouderen in armoede
Sia (67) en Max (71) zijn al meer dan 30 jaar samen. Ze weten wat het is om met weinig rond te komen. Na een opstapeling van ellende zijn ze nu bezig om ontstane schulden af te betalen. En dat valt niet mee. “We zitten nu in een schuldenregeling die nog 41 maanden duurt. We betalen elke maand bijna 500 euro terug. We hebben dan nog 200 euro in de maand over om van te leven, dat is ongeveer 46 euro per week.”
We hebben beide gezondheidsproblemen, met name mijn man. Hij heeft verschillende keren kantje boord gelegen. We hebben toen gezegd: we blijven er samen voor vechten en bekijken het positief! Maar hier wordt wel eens een traantje gelaten hoor, dat mag je gerust weten. Het is bij ons echt een opstapeling van ellende. Ik ga nu zelf weer een onderzoek in nadat ik eruit ben gepikt in het bevolkingsonderzoek. Dan denk ik: houdt het nou nooit op? Maar het volgende moment gaan we er samen toch weer voor. Anders houd je het ook niet vol”, vertelt Sia.
Voor het medisch traject van Max zit het echtpaar bijna wekelijks in het ziekenhuis. “Max zit nu sinds een jaar in een rolstoel. We hopen dat hij ooit weer kan lopen. Morgen staat er ook weer een afspraak voor revalidatie. Alleen al de parkeerkosten bij het ziekenhuis zijn een hap uit ons budget. Voorheen gingen we regelmatig lekker stadten samen. Daar genoten we echt van. Dat kan nu niet meer. Nieuwe kleding kopen we niet. We zijn al heel lang niet op vakantie geweest, dat vinden we ook niet zo erg, maar het zit er ook niet meer in.”
“Ik maak me de laatste tijd veel zorgen over de prijzen bijvoorbeeld in de supermarkt. Vandaag las ik bijvoorbeeld in de krant dat brood ook duurder wordt, omdat er minder tarwe is. Dat soort berichten vind ik wel moeilijk. Kijk, een kratje bier hóef je niet kopen, maar een brood dat is basis he.”
Sia en Max ontvingen via Schuldhulpmaatje een Ik-Denk-Aan-Jou steunpakketje van het Armoedefonds. “Dat heeft ons ontzettend goed gedaan. Met het steunpakketje hadden we in de wintermaanden net wat meer lucht. Dat er mensen zijn die aan ons denken, dat houdt ons op de been!”