Armoedefonds: “Minder probleemsituaties kunnen signaleren door coronamaatregelen”
Bijna een kwart van de lokale hulporganisaties heeft door de coronamaatregelen de afgelopen tijd minder hulp kunnen bieden dan eigenlijk nodig was. Door de lange duur van de coronamaatregelen is aan personen niet de hulp geboden, die nodig was. Het gaat daarbij zowel om bestaande als nieuwe cliënten. Dat blijkt uit een landelijk onderzoek van Stichting Armoedefonds naar armoedebestrijding onder ruim 1.100 lokale armoedebestrijdingsorganisaties dat periodiek wordt uitgevoerd.
In de praktijk werden er tijdens de lockdown veel minder huisbezoeken afgelegd. Hulp-vragen werden digitaal of telefonisch behandeld. Hierdoor zijn problemen bij bestaande en nieuwe cliënten uit beeld gebleven bij de lokale hulporganisaties. De gevolgen zijn voor de hulpbehoevenden vaak ingrijpend. Saskia van de Graaff, van Leger des Heils Tholen moest tijdens de coronacrisis twee keer langere tijd de deuren van de kringloopwinkel sluiten: “Voor de coronacrisis hadden we meer dan 40.000 bezoekers per jaar. Daar zitten mensen bij die vrijwel dagelijks komen, voor wie deze plek van ontmoeting erg belangrijk is. Dat lag vorig jaar ineens stil toen de winkel dicht moest, zowel in het voorjaar als eind december tot maart. De problemen bij de doelgroep nemen dan direct toe: meer last van eenzaamheid en stress, psychische problemen, verslaving.”
Een groot deel van de hulporganisaties (39%) constateert een stijging van hulpvragen, terwijl er ook een deel is wat moeite heeft om de hulpvragen in beeld te krijgen. Deze organisaties merken dat het aantal hulpvragen daalt, maar verwachten wel een toename in de nabije toekomst. Om te zorgen dat de hulpbehoevenden worden bereikt, is het noodzakelijk dat activiteiten en huisbezoeken worden opgeschaald. “We hebben eerder gezien dat armoede stijgt, in de nasleep van een crisis. Om tijdig hulp te kunnen bieden, moeten hulporganisaties en overheden extra inspanningen leveren, om hulpbehoevenden op tijd in beeld te krijgen”, aldus Irene Verspeek van het Armoedefonds. Het OESO (Organisatie voor Europese Samenwerking en Ontwikkeling), verwacht dat de werkloosheid in Nederland zal pieken in de tweede helft van 2021.[1]
Een positieve trend die uit het onderzoek naar voren komt is de flexibiliteit en creativiteit van het merendeel van de organisaties. Stefan Janssen, van Quiet Tilburg: “De wekelijkse inloop, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten is een tijd niet doorgegaan vanwege de lockdown. We hebben in die periode wel wat activiteiten buiten kunnen doen, zoals wandelgroepen. We hebben daarnaast meer producten bij mensen thuis gebracht.”
Voor het onderzoek zijn de afgelopen weken enquêtes verstuurd naar 1.180 lokale hulporganisaties die de armoede in Nederland bestrijden. Daarvan hebben 327 organisaties gereageerd. Deze organisaties, opgenomen in het landelijke register van www.hulpbijarmoede.nl, zijn verschillend in grootte, bieden allerlei soorten hulp aan en zijn geografisch verspreid over Nederland.
[1] Bron: OECD Economic Outlook, Volume 2021 Issue 1