donderdag 10 december 2020

Meer armoede in Nederland, maar signalering hapert

Uit onderzoek van Stichting Armoedefonds blijkt er meer mensen financiële zorgen ervaren. Echter 16% van de armoedebestrijders ziet een daling in de vraag naar hulp. Door de coronamaatregelen hapert bij veel organisaties de signaleringsfunctie, bijvoorbeeld doordat er vrijwel geen huisbezoeken plaatsvinden. Dat komt naar voren in een landelijk onderzoek van Stichting Armoedefonds naar armoedebestrijding onder ruim 1.000 lokale armoedebestrijdings organisaties dat periodiek wordt uitgevoerd.

De gevolgen van de corona op de ontwikkeling van de hulp bij armoede worden hiermee zichtbaar. Lokale hulporganisaties merken dat ze door het digitale en telefonische contact met hulpbehoevenden minder problemen signaleren. “Wat we heel erg jammer vinden, is dat we geen huisbezoeken meer doen. We missen een signaleringsfunctie,” geeft Marian Eijkemans van Leergeld Nijmegen aan. Hulpverleners die op huisbezoek gaan zien en horen veel. Bij veel overheidsinstanties wordt vanuit huis gewerkt, waardoor er minder hulpbehoevenden worden doorverwezen naar lokale armoedebestrijders.

Het Armoedefonds adviseert huisbezoeken door hulporganisaties, maar ook door overheidsinstanties, binnen de geldende richtlijnen zoveel als mogelijk doorgang te laten vinden, zodat problemen tijdig worden opgepakt.

Het is verder opvallend dat het aantal hulpvragen bij een deel van de organisaties met gemiddeld 26% daalt. Het aantal banen is volgens het UWV tussen februari en juli met 125.000 afgenomen. De Nederlandse Schuldhulproute (NSR) constateerde deze zomer dat ruim 1 op de 5 huishoudens moeite had om haar rekeningen te betalen, in sommige grote steden zelf 1 op de 3. Organisaties kunnen blijkbaar niet altijd de hulp bieden die noodzakelijk is. “Je ziet een trend die zich ook voordoet in de zorgsector: de hoogste nood wordt opgevangen, andere hulpvragen worden uitgesteld. Armoedebestrijders zien dit ook gebeuren. Organisaties die mensen helpen met schulden krijgen sinds de start van de coronacrisis minder hulpvragen dan voor die tijd, terwijl het aantal probleemgevallen toeneemt,” aldus Irene Verspeek van het Armoedefonds.

Overigens zijn er ook positieve signalen. Doordat het thema armoede in Nederland actueel is, ziet een deel van de organisaties dat nieuwe vrijwilligers zich melden en mensen vrijgevig zijn. “Door de coronacrisis hielden we van onze 30 vrijwilligers er tijdens de eerste golf 4 over. We hebben nieuwe vrijwilligers kunnen aantrekken, en werken nu met een club van 20 actieve mensen,” aldus Jan Tielemans van Voedselbank Aalst-Waalre.

Voor het onderzoek zijn de afgelopen weken enquêtes verstuurd naar 1.056 lokale hulporganisaties die de armoede in Nederland bestrijden. Daarvan hebben 362 organisaties gereageerd. Deze organisaties, opgenomen in het landelijke register van www.hulpbijarmoede.nl, zijn verschillend in grootte, bieden allerlei soorten hulp aan en zijn geografisch verspreid over Nederland.

Volg armoedefonds op social media